
Voices of the Future symposium op Nyenrode neemt deelnemers mee naar 2064
Op 7 oktober 2024 kwamen tientallen bestuurders en executives samen tijdens het Voices of the Future symposium in Breukelen, georganiseerd door Nyenrode Business Universiteit en KPMG. Het doel? Bestuurders en executives laten nadenken over hoe ze hun organisatie écht schoner, groener en socialer kunnen maken. Hoe? Door de hele groep te voorzien van gele hesjes, natuurlijk.
Onze eigen Aniek Moonen was in de lead tijdens Voices of the Future en begeleidde samen met sprekers Harm Edens (presentator) en Nicolas Chevrollier (universitair docent in duurzaamheidstransities en postgroei) de groep bestuurders in een inspirerende Future Design sessie. Welke stappen had hun organisatie in 2024 moeten zetten om in 2064 zo schoon, groen en sociaal mogelijk te zijn? Met deze vraag worden deelnemers uitgedaagd om een reis door de tijd te maken en te kijken door de bril van toekomstige generaties.

Moeras
Superbelangrijk. Zo noemt Barbara Majoor, rector magnificus aan Nyenrode, het onderwerp duurzaamheid in de opening van het symposium. Ze benadrukt daarbij dat ESG (Environmental, Social en Governance) zou moeten leven in de haarvaten van een organisatie en dat het een onderwerp is dat altijd op de agenda van een bestuursvergadering moet staan. Harm Edens onderstreept het belang van die beweging door in te gaan op de problemen waar we wereldwijd mee te maken hebben. Zijn grootste zorg is de dramatische afname van de biodiversiteit en de toenemende schaarste aan grondstoffen. “De afgelopen zes jaar hebben we wereldwijd meer grondstoffen verbruikt dan in de hele twintigste eeuw. We leven dus op de pof, op kosten van de toekomst.” Edens vergelijkt het zetten van een stap in de toekomst met het zetten van een stap in het moeras. “Het vergt een hoop lef om ook dat andere been bij te trekken.”
De macht van het individu
Na de opening is het woord aan Nicolas Chevrollier, universitair hoofdocent aan Nyenrode. Hij onderzoekt hoe nieuwe vormen van strategie, bedrijfsmodellen en organisaties leiden tot hogere niveaus van duurzaamheidsprestaties. Volgens Chevrollier kent een duurzaamheidstransitie vier niveaus: macro, meso, micro en nano. Macro verwijst naar brede maatschappelijke structuren, meso naar bestaande systemen, micro naar innovaties en niches die verandering stimuleren, en nano naar individuele acties en keuzes die bijdragen aan verduurzaming. “Die laatste is ontzettend belangrijk, omdat jij als individu de andere niveaus met elkaar kunt verbinden”, legt Chevrollier zijn publiek uit.

Een kathedraal bouwen
De volgende spreker is Aniek Moonen, oprichter van het Future Design Institute en voormalig voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging. Volgens Moonen richten we ons teveel op de korte termijn, een patroon dat je terugziet in het bedrijfsleven, de politiek en ons dagelijks leven. Het gevolg is een groeiende ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen en een toename van existentiële risico’s. De belangrijkste vraag die we onszelf moeten stellen is: zijn we een goede voorouder? “Kernwoorden daarbij zijn intergenerationele rechtvaardigheid [een eerlijke verdeling van middelen tussen generaties, red.] en erflatersmentaliteit: welke waardevolle erfenis laat je achter voor toekomstige generaties?” legt Moonen uit. Ze noemt daarbij het zogeheten ‘kathedraaldenken’. Vroeger bouwden mensen mee aan de meest prachtige kathedralen, terwijl ze wisten dat ze deze zelf nooit ‘af’ zouden zien. Kathedraaldenken gaat dus om groots dromen en bouwen aan de toekomst, terwijl je weet dat pas de generaties na jou daarvan kunnen genieten. “Wij zijn nu ook een kathedraal aan het bouwen, namelijk de samenleving van de toekomst”, zegt Moonen.
In verbinding met het verleden
Om in verbinding te staan met de toekomst, moet je ook in verbinding staan met het verleden, vindt Moonen. Daarom geeft ze de deelnemers een opdracht die hen terugbrengt naar het jaar 1994.Moonen vraagt de deelnemers om met de kennis van nu te bedenken wat zij hun voorouders in 1994 zouden adviseren te doen aan klimaatverandering. Naar aanleiding hiervan raden deelnemers onder andere het volgende aan: ‘Neem wetenschappelijke inzichten serieus’, ‘Richt een soort UN Plus op met een wereldwijd mandaat’, ‘Beloon mensen voor goed gedrag’ en ‘Verlaag de subsidies voor landbouw, olie en gas’.
Future Design
Nu de deelnemers hebben geoefend met ‘Past Design’, is het tijd om kennis te maken met Future Design. Dit is een ontwerpmethodologie die gericht is op het creëren van duurzame en inclusieve oplossingen voor toekomstige uitdagingen. Daarbij laat je toekomstige generaties als het ware meepraten in de besluitvorming. In plaats van dat de deelnemers terugblikken op een situatie uit het verleden, worden ze nu uitgedaagd om vooruit te kijken en zich een voorstelling te maken van de generaties na hen. Om zich een beeld van de toekomst te vormen, neemt Moonen de deelnemers mee in een toekomstscenario en die is niet rooskleurig. De deelnemers krijgen de opdracht om zich voor te stellen dat ze leven in 2064 en terugblikken op het jaar 2024. Welke stappen had hun organisatie in 2024 moeten zetten om in 2064 zo schoon, groen en sociaal mogelijk te zijn? Om een antwoord te vinden op deze vraag gaan de deelnemers in groepen uiteen. Daarbij kijken ze niet alleen naar hun eigen organisatie, maar ook naar de branche, de keten en zelfs naar de samenleving waar zij onderdeel van uitmaken. Welk advies zouden ze hun voorouders geven, als ze door de tijd zouden kunnen reizen?

Gedeelde waarden
Omdat de deelnemers aan het symposium werkzaam zijn in de meest uiteenlopende sectoren, wordt binnen de groepen ook gezocht naar de gemene delers. En die blijken er volop te zijn. Een van de deelvragen uit de casus heeft betrekking op de waarden die voor de generaties in 2064 belangrijk zijn. Solidariteit en rechtvaardigheid zijn waarden die door bijna alle groepen genoemd worden. Maar er komen ook meer specifieke zaken naar voren. Een daarvan is dat belangrijke onderwerpen niet politiek gemaakt moeten worden. “Kijk naar de bouw van de Deltawerken, dat was een overheidsbesluit, maar stond los van politieke overtuiging. De veiligheid van Nederland stond voorop en daarom werd het een succes”, aldus een van de deelnemers. Ook de natuur kan rekenen op veel aandacht. “Het wordt tijd dat we onszelf gaan zien als onderdeel van de natuur in plaats van dat we ons daarboven verheven voelen. De natuur zou daarom een beslissende stem aan de bestuurstafel moeten krijgen”, zegt een andere deelnemer. Waar de deelnemers het ook over eens zijn, is dat bedrijven veel vaker gezamenlijk zouden moeten optrekken binnen het ecosysteem waar zij onderdeel van uitmaken. “Door alle onderlinge afhankelijkheden kun je veranderingen alleen doorvoeren als je samenwerkt. We moeten met elkaar een eenheid vormen waarin niemand achterblijft”, vindt een van de deelnemers.
Ander businessmodel
Naast gemene delers schetsen deelnemers ook een beeld van de branche waarin zij werkzaam zijn. Zo denkt een bestuurder in de ouderenzorg dat familie een grotere rol moet gaan spelen in de verzorging van hun naaste en dat de thuiszorg en verpleeghuiszorg niet alles meer uit handen moet nemen. “We moeten gaan inzetten op het vormen van een community”. Iemand uit de verzekeringsbranche is van mening dat verzekeringsmaatschappijen wellicht weer terug moeten naar hoe het ooit was: een systeem zonder winstoogmerk waarbij deelnemers samen premie betalen om elkaar financieel te ondersteunen. Een andere deelnemer uit de drogisterijbranche ziet een switch naar een ander businessmodel voor zich. Een switch waarbij kwaliteit boven kwantiteit staat en waarin de nadruk op zelfzorg ligt, zeker met het oog op de toenemende druk op de zorg en het belang van preventie. Aandacht is er ook voor het overbrengen van het verhaal van je organisatie. Een bestuurder uit de energiesector laat weten dat een aantal maatregelen dat de organisatie nam om duurzaamheid te versnellen, juist op weerstand stuitte. “Mensen kijken vooral naar wat een maatregel betekent voor hun eigen situatie, maar verliezen daarbij het grote geheel uit het oog. Ik denk dat we als organisatie nog meer aandacht moeten hebben voor het overbrengen van onze normen en waarden.”
Bevrijdend én confronterend
Nadat de groepjes hun casus aan de andere deelnemers hebben gepresenteerd, vraagt Edens het publiek hoe het was om 2024 los te laten. “Ik vond het bevrijdend én confronterend tegelijk, ik realiseer me nu dat we echt aan de bak moeten”, is een van de reacties. “We moeten niet vergeten dat we hier op dit moment in onze eigen bubbel zitten. Het is heel belangrijk om ook met mensen buiten die bubbel te praten”, vindt een ander. Deze uitspraak kan op veel bijval rekenen. “We moeten ons meer met elkaar verbinden, juist als het gaat om mensen met verschillende achtergronden.” Dan is het woord nog even aan Nicolas Chevrollier. “Ik vind het mooi om te horen hoe het macro-, meso- en microniveau voorbij komt in jullie discussies. Maar ik mis nog één niveau, namelijk: wat ga JIJ doen om veranderingen in gang te zetten?” En met deze food for thought is er een einde gekomen aan het symposium. Edens roept de deelnemers op tot actie. “Creëer met elkaar de toekomst zoals je die graag hebben wil. De tijd van treuzelen is voorbij.”
“Ik vond het bevrijdend én confronterend tegelijk, ik realiseer me nu dat we echt aan de bak moeten”